Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarom prees ik de blijdschap, dewijl de mens niets beters heeft [42]onder de zon, dan te eten, en te drinken, en [43]blijde te zijn; want [44]dat zal hem aankleven van zijn arbeid, de dagen zijns levens, die hem God geeft onder de zon. 42. Dat is, zoveel dit tijdelijke leven aangaat. 43. Doch alzo dat hij altijd de vreze des Heren voor ogen hebbe. Zie onder hfdst.12 vs.13. 44. Dat is, dat zal zijn deel zijn.